Recensies The Red Piece

Onverbiddelijke passie breekt los als de dansers zijn bevrijd

Rood als kleur van passie: verrassend klinkt het niet. Wel verrassend is de passie waarmee choreografe Ann Van den Broek de beuk erin gooit. Minutenlang zitten drie vrouwen en drie mannen geboeid op het podium. Letterlijk. Dan bevrijdt Van den Broek haar dansers uit de touwen waarmee ze, in Japanse sm-stijl, aan elkaar zijn vastgebonden en bevrijdt ze alle emoties: lust, wanhoop, eenzaamheid, verdriet, euforie en pijn.

Onverbiddelijke passie breekt los, en daarbij stampen de dansers zelf hun ritmes, in rode schoenen, die ze voortdurend aan- en uittrekken. Gebaseerd op Spaanse flamenco, maar dan trager, kaler en dwingender. De choreografe klakt lustig mee met de hakken van haar hoge laarzen: 1,2,3 – 1,2,3 – 1,2!

In het begin zit Van den Broek op de achtergrond te breien, maar later bemoeit ze zich actief met de handeling. En ook al hebben we over het algemeen een hekel aan geklets tijdens dansvoorstellingen: haar repetitieve commentaar draagt bij aan de dwingende kracht van The Red Piece. Net als het indringende lichtplan, dat hard schakelt van rood naar knallend blauwwit. Wakker blijven!
Het publiek krijgt adempauzes tijdens lyrische songs (Radiohead meets David Bowie) die de Belgische band Dez Mona voor de voorstelling componeerde.

Alle dansers maken indruk, maar de scène waarin Francesca Monti steeds weer (tevergeefs) het touw, waarmee ze in de beginscène werd gekneveld, probeert samen te binden, komt in zijn compromisloze minimalisme het hardste binnen.

Fritz de Jong, Het Parool, 14 februari 2014


Vier sterren voor The Red Piece

Er gaat een immense kracht uit van The Red Piece, de nieuwe dansvoorstelling van choreografe Ann Van den Broek. Echte survivors zijn het, de zes dansers die zich tegen de klippen op staande proberen te houden. Ze roffelen monomaan met hun benen op de grond, mokeren met hun armen in het luchtledige, in een voortdurende hunkering naar beweging. Ze komen elkaar tegen op hun pad, maar zijn alleen, gevangen in smeulende verlangens. De ruimte, in wit of helrood licht gehuld, biedt weinig houvast voor deze dolende zielen.

Smeerolie in The Red Piece is rood, de kleur van woede en frustatie, maar vooral van passie, volgens Van den Broek de motor achter alle menselijke emoties. De choreografe zit op het achterplecht van het toneel bijna achteloos te breien, maar het zijn de hakken van haar bruinleren laarzen die – ták, ták, ták – het ritme van de bewegingscadans voorschrijven. Ze is de oermoeder die aan het begin van de voorstelling haar spruiten van hun touwen bevrijdt, waardoor hun ingetoomde passie de vrije hand kan krijgen. De touwen zijn om de lichamen gestrikt volgens de kunst van de Japanse bondage, van oudsher gebruikt voor het activeren van lustgevoelens en het bereiken van een hoge graad van meditatie, waardoor trance ontstaat. Het is ook een uiting van modern fetisjisme, waarin het gaat om het schakelen tussen controle en totale overgave.

Dit gegeven wordt schitterend in dans vertaald. Geeft het getik van Van den Broeks laarzen een hartslag aan de repetetieve bewegingen van de dansers, het zijn de songs van Gregory Frateur die The Red Piece een ziel verschaffen. Liefde is heilig vuur, valt uit zijn woorden te begrijpen, maar ook een emotie die onvoorspelbaar is en daarom te vrezen valt. De dansers schreeuwen dit uit met hun lichaam, verliezen zichzelf in een apotheose, waarin ook Van den Broek zelf loskomt, om dan weer van voren af aan te beginnen.

Sander Hiskemuller, Trouw, 17 mei 2013


The Red Piece

Temidden van krachtige constanten proberen de dansers in The Red Piece te overleven. Ze worden als groep voortgestuwd en vormen een geoliede machine.

The Red Piece
. Het klinkt als een schilderij. En dat is zo gek nog niet, want de beeldende kwaliteit van de nieuwste choreografie van Ann Van den Broek is weer super. Tegen een stel lichtgrijze schermen rond om de dansvloer hangen setjes rood-witte kleding, ook de kleuren waarin de dansers zijn gekleed. In het midden staat een rood hellend object, een verzameling kleine tafeltjes die gaandeweg worden losgetrokken. Het licht slaat een paar keer om van wit naar rood, wat het plaatje als het ware van buiten naar binnen doet klappen.

In deze uniforme wereld is er één persoon die detoneert: Van den Broek zelf, in het zwart, op hoge lichtbruine laarzen. Ze zit achteraan te breien, alsof haar aanwezigheid er niet toe doet. Maar niks is minder waar. Zij is het die de touwen waarmee de dansers zijn gekneveld (Japanse bondage) losmaakt. Zij is het die vervolgens het ritme, de hartenklop van de voorstelling, aangeeft door met haar hakken op de grond te tikken, een flamencodanseres aan haar stoel gekluisterd.

Die klikkende hakken passen Van den Broek perfect. Ze zijn krachtig, aards, aanwezig, een beetje monomaan en, het allerbelangrijkst, een combinatie van passie (rood) en woede (rood) – een spagaat, een frustratie, die in veel van haar werk op de voorgrond treedt. Zoals ook de meeslepende songs van Gregory Frateur, aanvoerder van de Belgische band Dez Mona die speciaal voor de voorstelling nieuwe muziek componeerde, doen geloven in de liefde maar die tegelijkertijd doen vrezen als een duister virus dat verlamt.

Flamenco, touwen, Dez Mona. Te midden van deze krachtige contstanten proberen de dansers te (over)leven. Ze worden als groep voortgestuwd, vormen een geoliede machine. Hun voeten slepen, springen, stampen, hun armen gesticuleren, een lach is meer een grimas. Het zijn geïsoleerde momentopnamen van emoties, zonder anekdotische lading. Een moment van bezinning, op de knieën, is de opmaat voor verdere destructie, halfnaakt, met harde schokken die door het lijf schieten. Ze zijn duidelijk in de ban van een gevoel dat groter is dan henzelf. Een spannend gegeven, dat op allerlei manieren kan worden geïnterpreteerd. De aanwezigheid van hun choreograaf, uiteindelijk toch de baas, voegt daar nog een dimensie aan toe.

Het enige jammere is dat de dansers, zo duidelijk voertuig van idee en sfeer, weinig als individu op de voorgrond treden. Terwijl ze toch stuk voor stuk intrigeren. Van den Broek anticipeert op deze kritiek door op een gegeven moment ijsberend over het toneel het creatieproces een beetje uit de doeken te doen. Dat een keuze ook een andere keuze had kunnen zijn. Helemaal waar. Maar toch beter weglaten, zo’n alles relativerende opmerking.

Mirjam van der Linden, de Volkskrant, 15 mei 2013


IJzersterke voorstelling van Van den Broek

Een sluimerende spanning hangt al bij binnenkomst in de zaal, veroorzaakt door een constante dreun die door de zaal resoneert. Vastgebonden staan en zitten zes dansers in een rij op het voortoneel. In The Red Piece van choreografe Ann Van den Broek waart het ‘virus called love’ rond in de ruimte.

Eenmaal bevrijd van hun ketenen, komen de dansers aangedreven door de ritmisch stampende hakken van Van den Broek op gang. De vier microfoons op de vloer reproduceren de geluiden van hun voeten. De flamenco invloed in de voorstelling is onmiskenbaar maar Van den Broek heeft haar volledig afgepeld om tot de kern te komen. The Red Piece gaat over alles verzengende passie, waarin net als in haar eerdere werk ook seksualiteit een belangrijke rol speelt, ditmaal onder meer door Japanse bondage.

‘She took me there and left me there. At that dark place in her heart.’ In tekstschrijvers Gregory Frateur en Craig Ward van de Belgische band Dez Mona heeft Ann Van den Broek artistieke soulmates gevonden. Zij werkt in The Red Piece met een grotendeels nieuwe groep dansers. En hoewel er een gelijk aantal mannen en vrouwen op het toneel staat, overheerst het perspectief van en op de vrouw. Als een van de danseressen later het voortouw neemt en de mannen een voor een benadert, zijn het uiteindelijk de mannen die als eerste ten onder gaan in deze rondedans.

Macht is een ander thema in The Red Piece. Al vroeg in de voorstelling gebaren de dansers driftig als een dirigent. Maar het thema komt ook naar voren door de wijze waarop Van den Broek haar dansers op het toneel aanstuurt. Ze maakt hun touwen los en geeft hun bewegingsvrijheid, drijft het ritme aan door het systematisch gestamp van haar hakken dat vervolgens wordt overgenomen door de cast. Ook in de voorstelling Ohm (2010) dreef zij de soundscape aan door op een klankbord te stampen. Maar in The red piece is Van den Broek nog prominenter aanwezig, ook al brengt ze haar tijd voornamelijk door met een breiwerkje. Later becommentarieert ze hardop het eerder getoonde, waarmee ze terugneemt wat ze de toeschouwer eerder gaf.

In The Red Piece is de witte dansvloer omlijst met witte gaasdoeken verbonden door gekruiste draden. Langs deze wanden hangen verschillende eigentijdse kledingstukken, net als het decor in wit en rood. Regelmatig wisselen de dansers tijdens de voorstelling van outfit en schoenen, een herkenbaar element bij Van den Broek.

Afgelopen december presenteerde de choreografe bij het Oldenburgisches Staatstheater Das Blaue, een ruimte geïnspireerd op een ijshotel. Nu is er The Red Piece waarin het toneel op momenten in een warme rode gloed baadt. Een abrupte overschakeling naar helder lichtgrijs intensiveert de beleving. Deze heldere, krachtige esthetiek en de uitgebalanceerde combinatie van beweging, beeld en muziek maken van The Red Piece een ijzersterke voorstelling.

‘Careful now, we are trying. Careful now, we lose control.’ De songteksten sluiten naadloos aan bij de intensiteit van het werk. De bewegingen van de dansers zijn in The Red Piece nog verder uitgepuurd dan voorheen, er is geen spoortje gespeeld drama aanwezig

Marcelle Schots, Theaterkrant.nl, 16 mei 2013

Recensies The Red Piece
« Terug