Naar aanleiding van de aftakeling van haar moeder maakte choreografe Ann van den Broek The Memory Loss Collection, een serie dansstukken over dementie en alzheimer. ‘De gifbeker moest leeg.’
Ann Van den Broek moest haar moeder beloven dat ze haar nooit in een ‘tehuis’ zou stoppen. Uiteindelijk kwam haar inmiddels zwaar demente moeder er toch terecht. “De aftakeling van mijn moeder was een pijnlijk proces dat jaren duurde,” zegt de choreografe in de binnentuin van een Rotterdams café. “Op een gegeven moment meldde de thuiszorg aan mijn broer en mij dat het voor hun medewerkers ‘emotioneel te zwaar’ werd om langer voor mijn moeder te zorgen. Ik werd woedend en zei: ‘Emotioneel te zwaar voor júllie? Hoe denk je dat dit voor óns voelt?’ Alzheimer is niet alleen die rotziekte zelf, met al het verdriet en stress voor de naasten, maar ook een confrontatie met hoe respectloos er met ouderen wordt omgegaan.”
De gifbeker moest leeg, zegt de Vlaamse choreografe, die met haar gezelschap WArd/waRD pendelt tussen Antwerpen en Rotterdam, waar ze als artistieke partner aan de schouwburg is verbonden. “Al die gevoelens van woede, verdriet en onmacht moesten eruit.” Ze maakte er een dansdrieluik over, The Memory Loss Collection, omdat volgens haar één enkel dansstuk niet volstond om het hele verhaal rond het ziekteproces van haar moeder te vertellen.
De delen gingen vanaf 2018 afzonderlijk van elkaar in première en werden in binnen- en buitenland juichend ontvangen. Van het middelste deel Zooming in on Loss heeft ze een coronaproof versie gemaakt voor Wereld Alzheimer Dag. Het stuk, oorspronkelijk voor drie dansers, is vanwege de RIVM-richtlijnen opgeknipt in solo’s. Het gaat over het verlies en gemis van de naaste, zegt Van den Broek. “Als iemand van wie je houdt steeds verder voor je ogen verdwijnt. Het is verlies op verlies, tot het te veel is en je niet meer kunt voelen. Nu het in solo’s wordt gedanst, wordt de eenzaamheid die je als naaste ervaart misschien wel pregnanter.”
Elk van de drie delen biedt een ander perspectief op dementie, zegt ze. Het eerste deel, Blueprint on Memory, focust, grofweg, op de aftakeling van de alzheimerpatiënt. Hoe beweegt het lichaam, hoe ziet desoriëntatie eruit en hoe moet het voelen als je niet meer weet waarvoor een pen dient? “Voor een jonge fitte danser is het heel moeilijk je in te beelden dat je lichaam anders gaat functioneren. Het repeteren vereiste een grote concentratie en betrokkenheid. Ik wilde niet dat het fake zou overkomen, zo van: kijk mij eens uitbeelden dat ik dement ben. Daar ben ik allergisch voor.”
Hersenen
Haar multimediale aanpak van dans, met camera’s en een geluidsdecor, versterkt de ervaring. Soms wordt ingezoomd op de gezichten van de dansers, we horen flarden tekst en geluid. In het eerste deel bestaat het decor deels uit elektriciteitskabels die in ordentelijke strengen naar microfoons en bedieningspanelen leiden. Gedurende de voorstelling raken de snoeren meer en meer verstrikt, waardoor geluid en licht gaan haperen. “Dat is een metafoor voor hoe de hersenen van een alzheimerpatiënt werken: er ontstaan opstoppingen in de neurale netwerken, waardoor informatie niet meer goed kan worden doorgegeven. Het brein verandert in een wanorde van ongeleide losse stukjes informatie.”
Waartoe dat leidt, heeft Van den Broek zien gebeuren bij haar moeder. “Of haar drinkglas vol was of niet, ze bracht het op het laatst almaar in één en dezelfde beweging naar haar mond.” Het beeld komt terug in meerdere delen van de trilogie.
En zo zijn er meer indringende beelden die ze gebruikte. “Om op de afdeling van mijn moeder te komen, moest ik de deur openen met een code. Daarachter schuilde een vervreemdende, schrijnende wereld. Er was een vrouw die continu aan het rennen was, almaar in rondjes. Een man stond urenlang in gebogen houding tegen een deur te duwen. Het was ook niet altijd verschrikkelijk, soms heb ik ontzettend moeten lachen. Dementie treedt op in verschillende stadia, en één daarvan is het verliezen van de rem op sociaal gewenst gedrag. Een man probeerde iedere vrouw die op zijn pad kwam te versieren: ‘Hé schatteke, wat jij ziet er goed uit vandaag.’”
Volksziekte nummer één
Na acht maanden in het verzorgingshuis overleed haar moeder. “Kan ik een sigaret opsteken?” vraagt Van den Broek. Ze praat rustig, maar af en toe grijpen de woorden haar bij de keel. Ze vertelt over het maakproces van de trilogie, dat in etappes ging, en voortschrijdend inzicht bood. Er kwam veel research bij kijken, onder andere gefaciliteerd door het gerenommeerde Barbican kunstencentrum in Londen.
De choreografe sprak toppers op het gebied van dementie uit binnen- en buitenland en ontdekte dat het wetenschappelijk onderzoek naar alzheimer onder druk staat, ook al is het sinds 2015 volksziekte nummer één. “Het is onbegrijpelijk dat de geldkraan wordt dichtgedraaid. Dementie staat nog altijd niet hoog op de politieke agenda, terwijl het grote sociale en economische gevolgen heeft. Desondanks waren de wetenschappers die ik sprak zó gepassioneerd in het vinden van een oplossing; dat was voor mij ook heel motiverend.”
Daarom wilde ze het derde deel Memory Loss mede vertellen vanuit het perspectief van de wetenschap. En vanuit de zorg, die van enorm goede wil is, maar kampt met personeelstekort en te weinig mogelijkheden krijgt. Hoewel ze als dansvakvrouw het gebruik van tekst naar eigen zeggen ‘haat’, zijn er uitspraken van wetenschappers te horen, geabstraheerd en ritmisch ingezet op de cadans van de choreografie.
“Ik wilde in het laatste deel heel direct zijn: bám, dit is het probleem. Mensen worden ouder en kunnen niet meer op dezelfde manier meedoen. Het voelt respectloos hoe we ze daarmee afschrijven, wegstoppen. Het einde van het leven moet juist gevierd worden, mooi en zacht zijn. Niet zo van: laten we het maar even volhouden tot ze eindelijk dood neervallen.”
Aan de kaak stellen
De zorg voor hen moet beter, met meer empathie, vindt ze. Niet praten over de alzheimerpatiënt in derde persoon terwijl diegene er gewoon bij zit, zoals op het laatst bij haar moeder gebeurde. “Door de vergrijzing treft een ouderdomsziekte als alzheimer vroeg of laat iederéén, direct of indirect. Ik heb het als mijn taak gezien dit aan de kaak te stellen, dat is de idealist in mij. Of zo’n dansvoorstelling effect heeft, is natuurlijk een ander verhaal. Maar dit verhaal moest ik vertellen.”
Is dat ook de reden waarom ze zelf in twee delen op het toneel present is, achter een bedieningspaneel met knoppen voor licht en geluid? Van den Broek denkt van wel. “Ik moest midden in het werkproces zitten en letterlijk deel uitmaken van de ervaring van de toeschouwer. Misschien juist wel omdat het zo persoonlijk is en ik op deze manier de controle kon terugeisen.”
Alexander Hiskemuller, Trouw, 21 september 2020