Geluk van een opgesloten leven
Het is niet live, al lijkt het daar wel op. Vogeltjes fluiten luid vanaf een draaitafel, terwijl choreograaf Ann Van den Broek uitlegt: What we are here for is creating joy.
Met een online kaartje heb je toegang, drie dagen lang, tot twee videofiles bij Vimeo. Aanvankelijk schakelde ik nog weleens tussen de twee versies van Creating Joy – je kunt ze niet tegelijkertijd aanzetten – maar uiteindelijk keek ik de volle anderhalf uur naar de versie met Jean-Gabriel Maury en Carla Guerra. Zij zijn de dansers in de studio, terwijl Louis Combeaud thuis een brood bakt en Marion Bosetti borduurt. Niet dat de versies werkelijk verschillen. Ze lijken er vooral te zijn om ons te herinneren aan de logica van parallelle zoom-realiteiten van het afgelopen jaar.
Gregory Frateur, zanger en frontman van de band Dez Mona, stelt de spelers voor, kondigt opnames aan, waarin naast Van den Broek ook andere leden van de band Dez Mona en WArd/waRD optreden. Ze schetsen al pratend een idee van joy, en maken muziek, waaronder een prachtige versie van ‘A part of us all’ door Pieter Theuns, zichzelf begeleidend op een barokluit.
Het spel met de verschillende vormen van aanwezigheid via schermen en streams heeft iets ridicuuls, een nadrukkelijk gearrangeerde situatie, zoals de coronatijd daar bol van staat. Ook de behoefde om op zoek te gaan naar een bepaalde vorm van geluk (joy vertaald als blijheid, vreugde, plezier, genot, genoegen, vrolijkheid) is natuurlijk een directe reactie op de quarantaine.
De kostuums van de drie semi-live performers houden het midden tussen wat verplegers aan hebben, hostessen in een welness-center en decent uitgevallen pyjama-mode. Zachte kleuren en medische stofjassen moeten het klinische van de situatie aangeven, zoals ook het decor van Niek Kortekaas een vorm van uitstalling of presentatie benadrukt.
De voorstelling wordt uitdrukkelijk een schets genoemd, alsof de huidige omstandigheden geen echte voorstelling toelaten. Dansen en muziek zijn eerste referent en functioneren vanzelfsprekender op een videokanaal dan de situatie in de studio. Maar de repetitie en het ronddraaien in steeds maar dezelfde ruimte, dezelfde situatie, met die ene song van Dez Mona, soms op prachtige Belgische designerschoenen, maar verder zonder enig beeld van de buitenwereld, spiegelt een door coronabeperkingen gevormde definitie van blijheid: een beperkt geluk, een binnenshuis opgesloten leven.
Een massagesong laat zien hoe beperkingen ook tot creatieve oplossingen aanzetten. Frateur ligt totaal ontspannen – tot aan de slappe lach toe – met zijn gezicht verzonken in een massagetafel, waar een camera en een microfoon zijn gezicht en performance vangen. Ondertussen laat een andere camera zien hoe Maury zijn ellebogen in de bil van Frateur zet.
Ik kan mij niet voorstellen dat de bandleden op een echt podium zo makkelijk tussen interview en performance hadden kunnen schakelen. De schermen maken toch een vorm van intimiteit en nonchalance mogelijk, zoals cinema dat met de close-up kan, die voor het live theater meestal niet is weggelegd en alleen met veel training en repetitie kan worden nagebootst.
En dan wordt er brood gebakken. Zoals de fluitende vogeltjes ons alleen maar kunnen herinneren aan een lentebries over de wangen, zo blijft de centrale rol van de thuisbak van zuurdesembrood ook slechts hypothetisch. Creating Joy is een voorstel, een schets, een mogelijkheid. De song ‘A part of us all’, die voortdurend terugkomt, met de hypnotiserende songlines these are times to cherish and things to live for, a part of us all, roept een paradoxale logica op van waar we ons aan moeten overgeven en wat er tegelijkertijd zo duidelijk ontbreekt.
Fransien van der Putt, Theaterkrant 2 april 2021