Recensies The Black Piece

Winnaar Zwaan meest indrukwekkende dansproductie

The Black Piece zet de zintuigen van de toeschouwer op scherp. Omringd door een diepe duisternis wordt het gefragmenteerde minutieus geregisseerd. De dwingende kijkrichting die Van den Broek zelf live aangeeft maakt dat je steeds een ander inkijkje krijgt in de wereld op de scene. De performers lijken binnen het dansidioom van Van den Broek op zoek te zijn naar eigenheid en te willen uitbreken. Dat zorgt tot het eind toe voor een stuwende spanning. Een camera in de hand van Bernie van Velzen vangt beelden die we direct geprojecteerd zien, waardoor details soms indringend dichtbij komen. Associaties komen en gaan. De vijf dolende figuren, stuk voor stuk persoonlijkheden, voeren opeens, gevat in fel licht, gezamenlijk strakke, bezwerende bewegingen uit die grenzen aan zelfkastijding. Duistere geluiden en zang van Gregory Frateur ondersteunen het intense gevoel van spanning dat opgeroepen wordt door de donkerte. Maar de duisternis roept ook veiligheid en saamhorigheid op. Ann Van den Broek weet met deze voorstelling de toeschouwer van begin tot eind in het moment te plaatsen, te sturen en tegelijkertijd laat ze ons dwalen door de duisternis. Je wilt alles volgen, ook wat je niet kunt zien.

Juryrapport VSCD dansprijzen, oktober 2015


Fascinerend danstheater van Ann Van den Broek

Het is pikdonker in de zaal. Links van mij hoor ik geritsel van papier. Dan voetstappen. Aan de andere kant op de tribune (?) horen we gelach. Even later zien we een danser op de vloer die gefilmd wordt en tegelijk wordt geprojecteerd.

Met alleen het licht van de camera en een kleine maar zeer felle zaklamp dwalen we vervolgens anderhalf uur door de welhaast surrealistische wereld van The Black Piece van WArd/waRD, het gezelschap van choreografe Ann Van den Broek. Het is een fascinerende tocht waarin dansers acteren in de live gemaakte film. Of toch niet? Soms zien we een danser op het scherm waarvan je denkt dat die ook in de voorstelling zat, maar dat blijkt dan niet zo te zijn. Je moet goed kijken tijdens deze voorstelling. Niet alles is hier what you see is what you get.

De dansers maken hoekige bewegingen in formatie. Ook zijn er kleine solo’s te zien. Er is een scène waarin een danser door een boek bladert en dit telkens met een ferme klap dicht doet. Geprojecteerd zien we de pagina’s van dat boek met verschillende beelden. Ook zien we röntgenfoto’s van longen en even later kijken we naar een danser die met een schaar langs zijn baard strijkt.

De geluiden van de bewegingen van de dansers worden met kleine sensor microfoontjes versterkt zoals bij het boek of de baardscène, waarbij het geluid van een basdrum lijkt te komen, zo hard en dof klinkt het. De soundtrack, een compositie van Arne van Dongen, bevat echter ook prachtige zangpartijen van Gregory Frateur van de Belgische band Dez Mona. The Black Piece van Ann Van den Broek is een heus gesamtkunstwerk dat imponeert door de vaak onheilspellende sfeer, de precieze bewegingen, uitgekiende techniek, fraaie timing en de heftige dans.

Jos Schuring, Scenes, otober 2014


Surrealistisch The Black Piece is al hoogtepunt in dit dansseizoen

Dansen in het bijna-donker was enige tijd een manier om choreografieën interessanter te laten lijken dan ze waren. Dergelijke trucs heeft de Vlaamse Ann Van den Broek niet nodig. Zij thematiseert het duister: The Black Piece gaat over het zwarte in en om ons, zwart als dreiging, zwart als veilige deken. Licht is in haar jongste creatie dus een schaars goed, en wordt volledig gecontroleerd door Van den Broek zelf, die net als in haar vorige creatie, The Red Piece, live aanwezig is. Rondgaand over het verduisterde toneel toont zij het publiek met een zaklamp wat zíj wil dat het op dát moment ziet. Heel soms baadt het podium in het licht en stellen de dansers zich in een rij op voor een synchrone choreografie van staccato krampende en stuiptrekkende bewegingen.

Cameraman Bernie van Velzen projecteert livebeelden van de vijf dansers en objecten op de vloer. Trippelende voetjes op hoge hakken, een inktzwarte, rammelende matroesjkapop, een verleidelijke man in een jas van varkensleder dat op zijn bewegingen ritmisch meeknarst. Andere geluiden – uitzinnig gelach, klaaglijk gekerm, voetstappen, ademhaling – en de songs van Gregory Frateur van Dez Mona leggen een spannende bodem onder de manipulatie van onze waarneming. Beelden en dansen volgen elkaar zonder samenhang op en creëren een surrealistische, desoriënterende ervaring. The Black Piece is als een droom vol betekenissen die zich niet laten duiden. Nu al een hoogtepunt in het seizoen.

Francine van der Wiel, NRC Handelsblad, 30 september 2014


Luisteren naar zwarte dans

Choreografe Van den Broek stuurt in het donker zelf onze blik. Letterlijk. Met een zaklamp.

Als de dansers aan het eind van The Black Piece alsnog grijze en witte truitjes aantrekken, voelt dat bijna als een explosie van kleur. Zoveel zwart hebben we de voorbije vijf kwartier gezien. Of gezien… Vaak hebben we in het donker alleen gehoord. Het klappen van een stoel, het schuren van schoenzolen, de echo van een harde lach, het zuchten van een danser, de hese stem op band van zanger Gregory Frateur (Dez Mona) die ‘I see you’ herhaalt in allerlei registers. Choreografe Ann Van den Broek stuurt zelf onze blik. Letterlijk, met een zaklamp. Soms schijnt ze een danser fel in het gezicht en verschijnt een close-up op het videoscherm tegen de achterwand. Soms belicht ze uitgeschopte schoenen, een leren jas, een elektriciteitskabel. Alles zwart.

Het is geen gemakkelijke voorstelling die Van den Broek heeft gemaakt, als tegenhanger van haar rood-witte bandagevoorstelling The Red Piece uit vorig seizoen. Het is werken geblazen voor de toeschouwers. Het hermetische begin – Van den Broek herhaalt haar zaklampact consequent lang en compromisloos – geeft The Black Piece iets dwingends en obsessief. Alsof ze midden in de nacht in een steeg blijft ronddwalen en telkens weer dezelfde muren treft. Maar dan breken de vijf dansers – drie mannen, twee vrouwen – door met een strakke, energieke bewegingssessie, op rij, frontaal naar het publiek. Ze tikken ritmisch op hun borstkas. Springen staccato met hun lijf heen en weer. Stampen hun hakken in de vloer. Hier toont Van den Broek welk zinderend en sterk bewegingsmateriaal haar taal in huis heeft. Meeslepend en repetitief, ook doordat de uitputtingsslagen zich voltrekken op de ronddwalende soundscape van Arne van Dongen. Dan keert Van den Broek resoluut terug naar de lange black-outs en de zaklantaarn. Om uiteindelijk meer scènes prijs te geven: het lakken van nagels (in zwart natuurlijk) van een danseres boven een lichtbak, het bekijken van röntgenopnamen boven diezelfde lichtbak. Als er al een thema in The Black Piece te ontwaren is, cirkelt dat rond het bezweren van een onheilspellende boodschap door zelf het duister op te zoeken. De scans van de borstkast concentreren zich rond de longen, daar waar de adem op z’n sterkst is. Dit, in combinatie met het sombere zwart, roept soms de nogal letterlijke associatie op van het bezweren van een vermoeden van longkanker, een donker gezwel dat de lucht eruit drukt.

Toch breekt langzaam de hoop door. Live-opnamen van dansers mengen zich met eerdere opnamen van feeërieke beelden van zanger, band, bos en het 10-jarig zoontje van Van den Broek. De choreografe laat steeds meer dans toe, grijs en wit doen hun intrede. En dan volgt die ‘kleurige’ danssessie aan het slot van een gewaagde, eigenwijze en ijzerenheinige voorstelling.

Annete Embrechts, de Volkskrant, 22 september 2014


Uitermate spannend en onvoorspelbaar

Als The Black Piece van choreografe Ann van den Broek begint, moet je onwillekeurig denken aan Mark Rothko, de Amerikaanse schilder, van wie net een tentoonstelling is geopend in het Gemeentemuseum Den Haag. Rothko maakt doeken met veel lagen verf over elkaar, dat geeft diepte. Het toneellicht is uit, het is donker, we zien in eerste instantie niets, maar dan kunnen we toch vaag vormen onderscheiden. Het ene zwart is kennelijk zwarter dan het andere. Om ons heen klinken geluiden: er wordt gelachen, gelopen, geademd. Nu eens dichtbij, dan weer verder af. Je kijkt om je heen, ook al zie je niets. Wat gebeurt daar? Oh, dat is iemand uit het publiek die zijn telefoon uitzet. Op het balkon gaat een deur open. Hoort dat bij de voorstelling of is dat een toeschouwer die vlucht?

Wat gebeurt is uitermate spannend en onvoorspelbaar. Soms gaat er plotseling een lichtje aan en dan zie je iets, maar het is iets anders dan wat je dacht te zullen zien. Het toneel is kaal, er hangt alleen een groot filmscherm. Na enige tijd zijn daarop beelden te zien. Eigenlijk is dat jammer, nu wordt alles weer normaal, concreet en veilig. In plaats van naar het geritsel en getik te luisteren en je af te vragen wat dat te betekenen heeft, heb je iets om naar te kijken. Zo normaal en concreet blijkt dat trouwens niet te zijn: op het scherm zijn andere beelden te zien dan die je gefilmd ziet worden.

Geniaal
Er zijn vijf dansers; drie mannen en twee vrouwen. Ze worden met een klein zaklampje beschenen door een vrouw met donker haar, het is Ann van den Broek zelf. De belichting is geniaal. Er wordt gewerkt met het kleine lampje, er is een grotere lamp die hoort bij een draagbare camera en heel soms is er wat toneellicht. Verder is het donker. De dansers worden gevolgd door de camera die bediend wordt door Bernie van Velzen, de lichtontwerper en cinematograaf.

De soundscape van Arne van Dongen is al even fascinerend. Er wordt geblazen, getikt, gehamerd, met een sok geslagen, met een schoenborstel gewreven en het swingt als een gek. Een stem maakt geluiden, later praat en zingt hij. De dansers lijken dieren. Ze gaan op het licht af als motten naar een vlam, dan vluchten ze er weer voor weg. Ze maken de fascinerende bewegingen die we van Van den Broek kennen. Schokken, stoten, slaan, alles is organisch en impulsief. Op de ruwe muren van de grote zaal van Stadsschouwburg Amsterdam zien we de gigantische schaduwen die de dansers maken.

Zintuigen
Sommige mannen dragen oog make-up, één van de vrouwen draagt een snor. Omdat je steeds flarden ziet, vraag je je constant af: wat zie ik nou? Op het scherm zie je iemand tekenen, later blijkt dezelfde tekening op iemands rug te staan. De dansers kijken aanvankelijk uitdagend in de camera. Zie je hoe mooi ik ben? Ze dringen om de aandacht te krijgen. Sommige beelden doen denken aan de foto’s van Nan Goldin en Larry Clark. Sexy, rauw en edgy. Later worden de dansers vermoeid en bedroefd. Ze geven het op, het lukt niet meer om overeind te komen. ‘I have to go out of here’. Tot ze toch weer dansen, dit keer vrolijk en licht.

Helemaal aan het eind is het weer totaal donker. Dit keer ontstaat er voor het eerst wat angst. Wat gaat er nu gebeuren, wat zie ik? Komt daar iets dichterbij geslopen? Wat is dat? Totdat iemand begint te klappen, het is over, het is tijd voor het applaus.

The Black Piece is een voorstelling die de zintuigen uitdaagt. Omdat je niet weet wat je ziet, wat er nu precies gebeurt, ben je constant heel alert. Je wordt een beetje een kind dat op onderzoekingstocht uit is, ook al zit je stil in een stoel. Als toeschouwer dans je niet mee, maar omdat je de meeste van je zintuigen hebt gebruikt, voelt het alsof je dat wel hebt gedaan. Prachtige voorstelling.

Emilia Nova, Theaterjournaal.nl, 26 september 2014


Een hoorn des overvloeds, maar zonder rode draad

Duister, Satan, beangstigend, depressie, dood. Maar zwart is ook: omhullend, intiem, rustgevend, leegte. En: sexy, verleiding, erotiek, nachtelijke feesten. De Belgische choreografe Ann Van den Broek maakt steevast heftige voorstellingen. Het gaat haar niet om schoonheid, maar om krachtige emoties ingekaderd in een strakke vorm. In The Black Piece, de opvolger van The Red Piece, over passie, laat ze alle kanten zien van zwart.

We zitten in het donker, performers en publiek in hetzelfde schuitje. We kwamen kijken naar dansende lichamen, maar worden eerst met de eigen gedachten en gevoelens geconfronteerd. Voor de één heerlijk, voor de ander vervelend. Het zet in elk geval de zintuigen op scherp, en zeker ook het oor.

De voetstappen van een mens, gelach. Dan een lamp, een camera. We zien alleen wat cameraman Bernie van Velzen filmt: een zwarte damesschoen, een glanzend overhemd, een close-up van een verbaasd gezicht. Telkens een ultrakort fragment, kleine brokjes beeld.

Uit dit diffuse beeld en discontinue ritme ontstaat na verloop van tijd een doorgaande dans – een ijzersterk moment. Drie mannen achter elkaar in een rijtje, om de beurt vooraan. Hun bewegingen volgen elkaar op, het is een reeks, maar vloeiend zijn ze niet. Ze paraderen als over een catwalk, brengen hun lichaam in verschillende posities als voor een modefotoshoot. Zelfverzekerd, sexy en een tikje verknipt als menig popidool. De bewegingen zijn weloverwogen, goed gerepeteerd en elk moment beheerst. Ze weten precies wat effect sorteert.

De ultralosse en fragmentarische structuur blijft het hele stuk. Live opgenomen beelden worden gemengd met bestaande beelden van andere mensen die buiten zijn geschoten. Bewegende lichaamsdelen van dansers worden gecombineerd met röntgenfoto’s van longen, boeken vol foto’s en notities, zwarte inkt en nagellak. De dansers verschijnen andermaal in beeld als ze door de choreografe met een zaklamp worden beschenen, of als ze tijdens intermezzi helemaal vooraan op het podium naast elkaar staan en het zaallicht kort is aangedaan.

Die opzet geeft een vrij, geïmproviseerd gevoel en biedt ruimte voor de fantasie, maar wreekt zich op een bepaald moment ook. Je krijgt een hoorn des overvloeds aangeboden, een overview, maar niets leidt ergens heen, een rode draad ontbreekt. Ook het feit dat de muzikaliteit van de vijf performers erg verschilt, waardoor de ritmische patronen die ze samen vormen visueel niet strak zijn en auditief niet scherp, is een minpunt.

Daar staat tegenover dat de dansers, de twee vrouwen voorop (Frauke Mariën en Francesca Monti), heerlijk bewegen én overtuigend acteren. En de muziek van Arne Van Dongen is helemaal to the point.

Jacq. Algra, Het Parool, 23 september 2014


Zwart vol dubbele bodems

Bij het zien van The Black Piece van Ann Van den Broek moest ik denken aan Mark Rothko’s schilderijen, de monochrome kleurvlakken die momenteel in het Haags Gemeentemuseum hangen. Doordat Rothko ze laag voor laag opbouwde zit er diepte in. Wat héét: je kunt er eindeloos in ronddwalen, afzakken in velerlei dieptes van kleur en emotie.

Zwart is er bij gratie van licht, daar begint Van den Broeks filosofische zoektocht in The Black Piece al mee. En zij is als choreografe de schepper van dat licht, het begin, het leven. En ze bepaalt daarmee ook wát we zien. Vanuit het pikzwarte donker schijnt ze af en toe een lichtje op haar vijf dansers, die kriskras door de ruimte lijken te bewegen. Als ze niet door Van den Broek worden uitgelicht, horen we hen wel: licht gejammer, luidkeels gelach, schurend gestamp van zware schoenen.

Een trappelende vrouw in kokerrok, een man met gebogen hoofd tegen een muur geleund. Het donker openbaart zich – alle zintuigen op scherp – maar wat je ziet is niet wat je krijgt. Het videowerk van Bernie van Velzen, dat is geprojecteerd op de achterwand, suggereert realtime actie, maar de film strookt zo nu en dan niet met de ‘live’ situatie. Dit zwart bevat vele lagen en vooral: dubbele bodems, Van den Broeks bezwering van het leven en dat je niets als vanzelfsprekend kunt aannemen.

De productie cumuleert voort in betekenissen. Oud wordt jong, stilstand extase, man vrouw. De bewegingstaal is die we kennen van Van den Broek: de mens in een verbeten cadans van schokken, horten en stoten. Maar het jargon is opengebroken en minder hermetisch dan haar vorige werk.
Subliem is het trio waarin de mannen spelen met focus en perspectief door afwisselend op de voorgrond te treden. Of de momenten waarop de dansers in een felbelichte rij om volle aandacht voor hun fysieke aanwezigheid vragen.

Van den Broeks The Black Piece is haar spannendste voorstelling tot nu toe. Het zwart kan erotisch zijn, contemplatief of angstaanjagend, verpakt in allerlei gedaanten. Zoals de zwarte baboesjkapoppetjes die op het speelvlak rondslingeren en het immense stembereik van Gregory Frateur van Dez Mona, dat in de soundscape klinkt.

Mooi hoe Van den Broek lucht pompt tussen alle lagen en een overall idee van vrijheid oproept. In al die lagen zwart ligt de mens besloten.

Sander Hiskemuller, Trouw, 23 september 2014


The Black Piece

De kleuren blauw en rood werden in eerdere voorstellingen van choreografe Ann Van den Broek al tot thema verheven, nu is er The Black Piece dat recentelijk in ccBerchem (België) in première ging. Door het theater in volledige duisternis te hullen sluit Van den Broek aan bij wat onder Europese makers mode lijkt te zijn: gecontroleerd het zicht van de toeschouwer ontnemen, waardoor in hun voorstellingen de zintuigen op scherp worden gezet en met de perceptie van het publiek wordt gespeeld.

Recent was een aantal Franse exponenten hiervan in Nederland te zien, die met hun danskunst vooral een dialoog met de schilderkunst aangingen. Ann Van den Broek betreedt echter een ander, voor haar nieuw, terrein door film en live performance een gelijkwaardige stem te geven in haar voorstelling. Naast Van den Broek met haar zaklamp, is er cameraman Bernie van Velzen die de dansers op de voet volgt. Soms staan de vijf even met hun krachtige dans in het volle licht, om vervolgens weer opgeslokt te worden in het zwarte gat van het theater.

Bij aanvang van de voorstelling The Black Piece klinken voetstappen, gelach en het geritsel van papier. Gehuil. Wie hoort de toeschouwer, wat gebeurt er om hen heen, en waar? Als Ann Van den Broek even later met een zaklampje een detail in de ruimte aan de duisternis onttrekt, word je je er meteen bewust van dat de aannames die je ondertussen hebt gedaan om enigszins grip op de situatie te krijgen, niet juist zijn. Van den Broek laat zien dat niet alles is wat het lijkt te zijn.

Ook later in de voorstelling wrijft zij die notie de toeschouwer flink onder de neus. Bespieden of blootleggen, wat doet de choreografe daar in het donker? De live gefilmde beelden van de cameraman worden op een scherm geprojecteerd, de fragmenten laveren van de sfeer van een videoclip naar de sinistere toon van film noir. Soms lijkt het of zij op een prooi jaagt.

Stijlvol, jong en mooi zijn de vijf dansers, al kleven er aan de wereld waarin zij zich bewegen altijd minder benijdenswaardige kanten. Broeierig is de intimiteit tussen twee van hen op momenten. Maar er is ook het beangstigende beeld van een zwartgeblakerde long. Allerlei associaties en betekenissen die aan zwart toegekend kunnen worden, komen over het voetlicht tijdens de voorstelling.

In dat zwarte universum komt de dans van Van den Broek goed tot zijn recht. Herkenbaar, zoals wanneer een man zijn schouders stoer naar voren duwt om met een dwingende, doorgaande herhaling langzaam voorover te buigen om vervolgens door zijn knieën te zakken. Niet veel later sluit hij achteraan in de rij van drie mannen, van wie nu een ander het voortouw neemt en in volle overtuiging zijn bovenlichaam in de strijd gooit. Een doorlopende strijd om het spotlight.

Consequent als de choreografe immer te werk gaat is er in The Black Piece geen ontsnappen aan de beelden en bewegingen die zij het publiek voorschotelt. Want met haar artistieke keuzes in deze voorstelling blijft Van den Broek niet hangen in een rigide concept, maar weet zij werelden op te roepen waarin je steeds verder wordt meegetrokken. Als de dansers synchroon met de bewegingen in de filmbeelden van Dez Mona-zanger Gregory Frateur meedoen, krijgt de voorstelling vleugels. Met The Black Piece is zij op bewonderenswaardige wijze een nieuwe weg ingeslagen.

Marcelle Schots, Theaterkrant.nl, 16 juni 2014

Recensies The Black Piece
« Terug